Ronald Heifetz onderscheidt twee soorten van uitdagingen waar leiders mee te maken hebben; technische problemen en adaptieve uitdagingen. Tot de eerste categorie behoren de zaken die je kunt oplossen door iets aan te passen of te veranderen. In de tweede categorie gaat het om complexe situaties die vragen om een andere manier van samenwerken, kijken of organiseren. De mensen die het probleem moeten oplossen zijn er zelf onderdeel van. De meeste vragen die ik krijg vanuit teams en organisaties behoren tot deze tweede categorie. Het zijn de vragen waarbij het er niet om gaat ‘wát we moeten veranderen?’, maar veeleer die waar het gaat om ‘wat moeten wíj veranderen?’ Vragen die vereisen dat ménsen veranderen, zodanig dat er een nieuwe manier van (samen)werken ontstaat. Dat vraagt om heikele kwesties aan te gaan, om dúrven vertragen, om reflectie en introspectie, experimenteren, om aanspreken en afspreken. Vrijwel alle stagnatie komt voort uit de dynamiek tussen mensen. Door daarop te interveniëren ontstaat er nieuwe energie en gaan mensen en teams weer floreren (to thrive, zegt Heifetz) in de nieuwe situatie.
De resultaten van teamcoaching liegen er niet om:
- meer werkplezier
- elkaar beter weten te vinden
- sneller schakelen
- makkelijker resultaten behalen
- kortere lijntjes
- rolduidelijkheid
- minder ‘gedoe’
Enkele van die vragen waar we het afgelopen jaar met teams aan gewerkt heb:
- Hoe zorgen we dat we van een groep zeer ervaren en deskundige professionals komen tot een goed team dat samen aan de lat staat?
- Hoe zorgen we dat we terugkomen in een werkbare modus vanuit een situatie die gekenmerkt wordt door wij-zij denken waarin ieder het gevoel heeft slachtoffer te zijn van de ander?
- Hoe zorgen we dat we met elkaar invulling geven aan de nieuwe besturingsfilosofie, daarin als leiders voorgaan en niet bij iedere tegenslag terugvallen in oude gewoontes en patronen?
- Hoe vergroten we de taakvolwassenheid van onze leidinggevenden in het licht van de nieuwe organisatiestructuur én onze strategische ambities?